Daar staat Anselm Adornes, Ridder in de Schotse Orde van de Eenhoorn, naakt tot op zijn onderbroek, blootshoofds, barrevoets. Die ochtend van 19 mei 1477 sleept hij zich van banier tot banier, om vergiffenis te vragen aan elke deken van de stad Brugge. Wat een verschil met de plechtige ceremonie waarin hij 10 jaar geleden door Koning James III van Schotland met gunsten werd overstelpt. De machtige Anselm Adornes, de aristocraat, vermogend zakenman in aluin, bestuurder van de stad en voogd van het Brugse Leprozenhuis. En toch is één enkele politieke zet genoeg om zijn eer en fatsoen in het stof te vertrappen. De moedige ridder Anselm, die enkele jaren voordien behouden thuiskwam van de bedevaart naar Jeruzalem, als invloedrijke onderhandelaar de kapers uit Gdansk heeft getrotseerd, zijn Heilig Grafkapel in Brugge heeft voltooid en nu… rest enkel nog schande en wanhoop.